Uitstel en opschorting

Bij een veroordeling kan de rechter beslissen een opschorting of uitstel toe te kennen.

Meer informatie hierover vindt u op deze pagina:

Uitstel

In de praktijk worden bijzonder veel straffen met gedeeltelijk uitstel van tenuitvoerlegging uitgesproken. Dit komt er op neer dat u slechts een deel van de uitgesproken geldboete effectief dient te betalen of slechts een deel van het uitgesproken rijverbod effectief moet ondergaan.

De rechter kan de straf enkel met uitstel uitspreken op voorwaarde dat u in het verleden niet veroordeeld bent geweest tot een gevangenisstraf van meer dan 12 maanden (ongeacht of deze straf effectief of met uitstel werd opgelegd).

Indien een straf wordt uitgesproken met uitstel, wordt daaraan een termijn gekoppeld waarbinnen u geen nieuwe veroordelingen mag oplopen, de zogenaamde proefperiode. Begaat u binnen die periode toch een nieuw misdrijf dan kan het deel van de straf dat met uitstel werd uitgesproken effectief worden, dit wordt de herroeping van het uitstel genoemd. Het uitstel kan ook aan voorwaarden worden gekoppeld (probatieuitstel).

De herroeping van het verleende uitstel is mogelijk wanneer tijdens de proeftijd een nieuw misdrijf wordt gepleegd dat een veroordeling krachtens de wet betreffende de politie over het wegverkeer tot gevolg heeft gehad en/of wanneer men de voorwaarden van het verleende probatieuitstel niet naleeft.

De herroeping is een mogelijkheid waarover het Openbaar Ministerie beschikt. Het Openbaar Ministerie is evenwel niet verplicht van deze mogelijkheid gebruik te maken. Indien het Openbaar Ministerie tot herroeping wenst over te gaan, dan zal het u moeten dagvaarden en de zaak aanhangig moeten maken bij de rechtbank van de plaats van het misdrijf. De rechtbank zal vervolgens moeten oordelen over de opportuniteit van de herroeping, rekening houdend met de concrete omstandigheden van het dossier.

Opschorting

In een beperkt aantal gevallen kan een opschorting worden uitgesproken. Dit komt er op neer dat de rechtbank u schuldig acht, maar u geen straf oplegt.

De rechter kan de opschorting van de straf enkel uitspreken op voorwaarde dat u in het verleden niet veroordeeld bent geweest tot een gevangenisstraf van meer dan 6 maanden en indien het gepleegde feit niet van die aard schijnt te zijn dat het gestraft moet worden met meer dan 5 jaar gevangenis.

Indien een opschorting wordt uitgesproken, wordt daaraan een termijn gekoppeld waarbinnen u geen nieuwe veroordelingen mag oplopen, de zogenaamde proefperiode. Begaat u binnen die periode toch een nieuw misdrijf dan kan het deel van de straf dat met uitstel werd uitgesproken effectief worden, dit wordt de herroeping van de opschorting genoemd. De opschorting kan ook aan voorwaarden worden gekoppeld (probatieopschorting).

De herroeping van de opschorting is mogelijk wanneer tijdens de proeftijd een nieuw misdrijf wordt gepleegd dat een veroordeling krachtens de wet betreffende de politie over het wegverkeer tot gevolg heeft gehad en/of wanneer men de voorwaarden van de verleende probatieopschorting niet naleeft.

De herroeping is een mogelijkheid waarover het Openbaar Ministerie beschikt. Het Openbaar Ministerie is evenwel niet verplicht van deze mogelijkheid gebruik te maken. Indien het Openbaar Ministerie tot herroeping wenst over te gaan, dan zal het u moeten dagvaarden en de zaak aanhangig moeten maken bij de rechtbank van de plaats van het misdrijf. De rechtbank zal vervolgens moeten oordelen over de opportuniteit van de herroeping, rekening houdend met de concrete omstandigheden van het dossier.

Contacteer ons

Vragen over verkeersrecht of juridisch advies nodig? Neem contact op met ons. Wij pleiten voor alle rechtbanken in Vlaanderen. Besprekingen kunnen telefonisch, via een online call of bij ons op kantoor.

*

*

*

Bericht verstuurd
Er ging iets verkeerd, probeer later opnieuw aub.