Bevel tot betalen

Indien u een lichte verkeersovertreding beging, zal u een voorstel tot onmiddellijke inning ontvangen. Betaalt u deze niet, dan zal het dossier overgemaakt worden aan het Openbaar Ministerie die op haar beurt (veelal) een voorstel tot minnelijke schikking aan u zal overmaken. Indien ook de minnelijke schikking niet voldaan werd, was het tot voor kort zo dat het Openbaar Ministerie u diende te dagvaarden voor de politierechtbank.

In de praktijk werd echter vastgesteld dat vele verkeersboetes onbetaald bleven. De toegenomen werklast voor de parketten als gevolg van de opgedreven verkeerscontroles zorgden er voor dat heel wat lichte verkeersovertredingen werden geseponeerd omdat het Openbaar Ministerie prioriteit verleende aan zwaardere overtredingen. Gevolg hiervan was dat vele verkeersovertreders de dans ontsprongen.

Sinds 1 januari 2013 is dan ook een nieuwe procedure in voege om aan deze toestand tegemoet te komen.

Wanneer de onmiddellijke inning en de minnelijk schikking niet betaald werden, zal de overtreder een bevel tot betaling ontvangen van het Openbaar Ministerie. Als de overtreder daaropvolgend niet tot betaling overgaat en geen beroep aantekent tegen het bevel, zal het bevel doorgestuurd worden naar de FOD Financiën die het verschuldigde bedrag vervolgens met alle rechtsmiddelen kan invorderen.

De geldsom die op basis van het bevel tot betalen overgemaakt wordt, omvat de oorspronkelijke geldsom van de aangeboden minnelijke schikking, verhoogd met 35% en desgevallend met de bijdrage voor het Slachtofferfonds

Het bevel tot betalen wordt per aangetekende zending, per gerechtsbrief of via het informaticasysteem van Justitie overgemaakt. Binnen de 30 dagen volgend op de dag van ontvangst van het bevel dient u tot betaling over te gaan, tenzij u de overtreding betwist.

Betwist u de overtreding, dan kan u beroep aantekenen bij de politierechtbank (bevoegd volgens de plaats van overtreding). U beschikt daartoe over een termijn van 30 dagen te rekenen volgend op de dag van ontvangst van het bevel tot betalen. Het beroep dient ingesteld te worden door een gemotiveerd verzoekschrift neer te leggen op de griffie van de bevoegde politierechtbank of deze per aangetekende zending of via elektronische post aan die griffie te bezorgen.

Indien het beroep ontvankelijk wordt verklaard, wordt het bevel tot betalen als niet bestaande beschouwd. De rechtbank zal daarna de door u begane overtredingen waarvoor het bevel tot betalen werd afgeleverd, beoordelen en maakt, indien die overtredingen bewezen worden verklaard, toepassing van de strafwet.

Tekent u geen beroep aan binnen de 30 dagen volgend op de dag van ontvangst van het bevel tot betalen en betaalt u niet binnen dezelfde termijn, dan zal het bevel worden overgemaakt aan de FOD Financiën, die het verschuldigde bedrag vervolgens zal kunnen invorderen via de belastingen.

Indien u betwist een verkeersovertreding te hebben begaan en beroep wenst aan te tekenen tegen een bevel tot betaling is het zeer belangrijk dat het verzoekschrift afdoende gemotiveerd is en waar nodig gestaafd wordt met juridische argumentatie en bewijsstukken.

De bijstand van een gespecialiseerd advocaat is dan ook wenselijk.